Gerard van Achelen Gerardszn., Paulus Wijnands, Gerard van Doerne Henrickszn., en Johannes van Geldrop Willemszn., als voogden over de onmondige kinderen van Gerard van Heessel en Adriaentken, dochter van den lakenverwer Gerard
| 198 |
van Achelen, verkochten 10 Februari 1523 (Reg. n°. 126 f. 115 vso) dit huis aan mr. Petrus Pelgrom, (zoon van mr. Hendrick, secretaris van den Bosch (die in 1514 overleed) en Elisabeth van Witmeer). Zijne vrouw was Mechteld de Bye, dochter van mr. Henrick en Elisabeth N. 1), die hem deze kinderen schonk: Elisabeth, Christina en Maria, de vrouw van Dirck, den zoon van Jan Hoppenbrouwer, welke bij haar deze kinderen verwekt had, die in 1574 nog minderjarig waren: Jan, Johanna, Mechteld, Maria en Petra; de voogden over deze onmondigen, alsmede hunne voorzegde moeien Elisabeth en Christina Pelgrom, verkochten dit huis 24 Maart 1574 (Reg. n°. 224 f. 283) aan Roelof, zoon van Arnd Vastaerts, lienwatier, die van zijne vrouw Josyna of Joostken eene dochter Cornelia had, welke dit huis van hem erfde en het ten huwelijk bracht aan haren man Mathijs van der Meer Reinierszn., raad van den Bosch; deze verkocht het 8 November 1599 (Reg. n°. 263 f. 59 vso) aan Joris, zoon van Petrus Loeniszn. de Greve, die het 23 Maart 1601 (Reg. n°. 266 f. 41 vso) weder verkocht aan mr. Johan Costerius, advocaat te den Bosch, zoon van Jacob Henrickszn. van Engelen; deze verkocht het op zijne beurt 30 Januari 1614 (Reg. n°. 399 f. 215) aan Jor. Jacob van Dongelbergen, den echtgenoot van Sophia Everswyn. Laatstgenoemde kooper, die toen genoemd werd de Edele ende Erentfeste Jor. Jacob van Dongelbergen, verkocht 23 Augustus 1631 dit huis aan mr. Thomas van Heynsbergen Gerardszn., klerk ter secretarie van den Bosch (Reg. n°. 367 f. 368); van zijne vrouw Hesther van den Ancker had deze eene dochter Maria van Heynsbergen, die dit huis erfde en het ten huwelijk bracht aan haren man mr. Anthony van der Horst (zoon van Johan en Lucretia Donckers); zij schonk hem deze kinderen: mr. Jo-
| 199 |
han Anthony van der Horst, advocaat te den Bosch; Lucretia van der Horst, huisvrouw van den luitenant Hendrick Croin; Maria van der Horst, echtgenoote van Gerardus Bartholomeus Drolenvau; Johanna en Henrietta van der Horst. Den 4 Maart 1711 (Reg. n°. 523 f. 1) werd, waarschijnlijk ten laste van die kinderen, dit huis gerechtelijk uitgewonnen; kooper daarvan werd toen Herman Cremers, geboren te Maastricht, zoon van Johan en Maria Romers 2). Hij was eerst deurwaarder en klerk van Johan baron van Leefdael, raad en rentmeester generaal der episcopale en andere geestelijke goederen te den Bosch; daarna, doordien hij den 30 Januari 1715 de erfsecretariën van Rosmalen en Nuland 3) gekocht had van Johan Baptista Boonaerts, die ze 5 October 1674 had gekocht van Judith van Beresteyn, erfsecretaris van die gemeenten; den 28 Juni 1713 had hij van den Staat gekocht het voormalig klooster Coudewater met kerk onder Rosmalen (Reg. n°. 524 f. 180), dat zijne kinderen 4) 7 December 1723 (Reg. n°. 541 f. 119) weder verkochten aan Alard Johan Gansneb, genaamd Tengnagel 5).
Van genoemden Herman Cremers, kwam het hierbedoeld huis aan: a. zijnen zoon Jacob Dirk Cremers, erfsecretaris van Rosmalen en Nuland; b. de kinderen van zijne dochter Maria Elisabeth Cremers en haren echtgenoot mr. Abraham Hubert; zij verkochten het 13 April 1758 (Reg. n°. 577 f. 19 vso) aan Elisabeth Jannette weduwe aan Albertus Barkemeyer, apothe-
| 200 |
ker te de Bosch en heer van Zwijnsbergen onder Helvoirt 6) Van haar erfden het hare zusters Maria Anna en Maria Louisa Jannette, die het 22 Augustus 1771 verkochten aan Johanna, Elisabeth en Cornelia Johanna Santvoort.
| 201 |